Doorgaan naar hoofdcontent

Een mohammedaan - what’s in a name

Vroeger, dat wil zeggen tot in de 80er jaren heette een mohammedaan gewoon mohammedaan. Nu niet meer. Waarom? Ze vertelden ons dat ze moslim genoemd moesten worden. Daar zat wat achter. Onder andere namelijk omdat ze niet geloven dat Mohammed god is zoals wij dat van Christus geloven. Een proces van islamisering of islamitische opvoeding voor ongelovigen vond plaats. De nuchtere Nederlander reageerde met; Huh? Nou ja, wat maakt 't uit, dan noem ik je wel moslim.

Ik heb daar mijn reacties op. Ik ben het er niet mee eens en dat om meerdere redenen.

Reden nr. 1

Islamieten noemen zichzelf gelovigen. Dat is wat het woord moslim betekent. Zij zijn dus gelovigen, anderen zijn dat niet. Dat zijn ongelovigen maar als die zichzelf toch gelovigen noemen komt dat omdat ze onwetend zijn en dwalen. Als ze de term gelovigen voor anderen (voorlopig) accepteren wordt de betekenis van het woord moslim, ‘ware’ gelovigen. Islamiet is ook goed vinden ze en daar heb ik ook niet zo’n bezwaar tegen. Om hen moslim te noemen vind ik eigenlijk wel bezwaarlijk want ik ken heel veel ware gelovigen die geen islamiet zijn, geen mohammedaan zijn. Door het woord moslim te accepteren en te gebruiken pas ik me aan aan hun visie dat de wereldbevolking bestaat uit gelovigen – dat zijn zij en de ongelovigen, dat zijn de anderen. Bij gelijkwaardigheid en wederkerigheid zouden ze christenen, Joden en anderen in hun taal ook moslims moeten noemen. Wij noemen alle gelovigen gelovigen, zonder onderscheid van welke godsdienst dan ook. Maar het is tegen de Islamitische leer om, boeddhisten, hindoes, Joden, Christenen enz. enz. gelovigen of in hun taal moslims te noemen.

Reden nr. 2

Een mohammedaan is iemand die geïnspireerd is door Mohammed en die hem en zijn leer tot leidraad neemt in het leven. Een rolmodel en een voorbeeld. Hij wordt door hen gezien als de perfecte mens, de hoogste mens. Een mens die naar god reikt, naar god opstijgt. Maar wel mens en geen god. Net als Boeddha bijvoorbeeld. Mensen die geïnspireerd zijn door Boeddha en hem tot voorbeeld en inspiratie nemen noemen we boeddhisten, degenen die Mohammed op die manier zien moeten we dan in consequentie mohammedisten noemen maar dat klinkt van geen kanten, dus wordt het mohammedanen. Zo heb je ook nestorianen, spinozisten, socratici, marxisten enz. enz. allemaal mensen die iemand volgen of als inspiratiebron hebben of ‘aanhangen’ wat in deze context misschien een beter woord is. In de Nederlandse taal is het in dit geval normaal de volgelingen van Mohammed mohammedanen te noemen. Mensen die Christus als god zien en hem en zijn leer aanhangen noemen we christenen. Als ze naar hun god Allah vernoemd zouden willen worden (dat zou de consequentie van hun redenering zijn) moeten ze zich allahieten of allahisten of allahanen of...??... noemen. In het Nederlands klinkt dat moeilijk maar in andere talen gaat dat misschien beter.

Maar ik denk dat het volgende punt van groter belang is.

Reden nr. 3

Deze discussie vind zijn grond in een theologische discussie tussen Mohammed, de joden en de christenen. Mohammed ziet zichzelf als de corrector en hervormer van de dwalingen van joden en christenen die het ware geloof vervalst zouden hebben. Mohammed brengt nu middels de koran het ware geloof van het boek (de tenach, bijbel en nieuwe testament) en abrogeert met de koran alle uitspraken en teksten die niet met deze laatste openbaring van Allah (god) in overeenstemming zijn. Abrogeren betekent dat het latere het eerdere afschaft, opheft of herroept. Mohammed is de laatste profeet. Hij heeft in alles het laatste woord. Geloof je hem dan ben je een ware gelovige, een moslim. En anders niet.

Mohammedanen zijn verblindt door hun theologische strijdpunten. Zij zien Jezus als een profeet en niet als god zelf die mens geworden is in Jezus christus of als de zoon van god. Dit is een interessante tegenstelling overigens tussen Mohammedanen en christenen: Mohammed is een vergoddelijkt mens, Christus een vermenselijkte god. Dit zijn tegengestelde richtingen. Maar terug naar Jezus, hij is in hun visie een gewoon mens, en alleen een kind van god zoals we dat allemaal zijn. Dit is een belangrijk verschil tussen de mohammedaanse en de christelijke visie op Jezus. Jezus is wel een profeet maar Mohammed is de laatste profeet met het laatste woord. Dus moet je Jezus zien zoals Mohammed hem zag want anders dwaal je af van het ware geloof en ben je geen ware gelovige = moslim. Een ware gelovige kan en mag christus of de christelijke god niet zien als god. Dan zit hij fout.

Nu komen we bij dit m.i. verblindingspunt: mohammedanen zijn bang dat anderen hen zien als aanbidders of vergoddelijkers van hun profeet. Dat vinden ze de fout van de christenen (en van alle andere niet-mohammedanen) en niemand mag denken dat zij ook zo'n fout maken. De 'anderen' zouden eens kunnen denken dat zij Mohammed als een god zouden aanbidden! Zij willen zo niet gezien worden, daarom worden we nu 'islamitisch opgevoed'. En wij passen ons braaf aan en overigens; dit heet islamisering volgens mij. Christenen verafgoden de mens en profeet Jezus vinden zij. Als wij hen mohammedanen noemen zoals wij de christenen christenen noemen dan zouden wij wel eens kunnen denken dat zij Mohammed als een god aanbidden. Dit is voor hen zo onverdraaglijk dat ze zelfs hoogleraren voor hun karretje weten te spannen om ons te laten zeggen en denken wat zij juist vinden.

Maar zij horen ons niet goed. Ze zijn verblind door hun eigen theologische strijdpunten. Iedereen weet heus wel dat Allah hun god is en Mohammed hun profeet. Ze zijn overbezorgd, té overbezorgd over het juist en goed benoemd worden en niet als een afgod aanbidder gezien te worden. Wij mogen niet denken dat zij te vergelijken zijn met ons of met leden van andere godsdiensten, want dan zien we hen fout. Zij zijn juist de ware gelovigen en alle anderen zijn ongelovigen. Dit is een soort van obsessie. Ze kunnen daardoor niet goed meer horen wat mensen zeggen en bedoelen als ze ‘mohammedaan’ zeggen.

Wij kennen in het westen de ‘imitatio christi’ zo zijn zij 'imitatio mohammeddi'. Ik weet ook dat boeddhisten de Boeddha niet als god zien, zo weet ik ook dat zij Mohammed niet als god zien en hem niet aanbidden maar vereren. Dus zij hebben hier geen enkel argument.

Hun woord voor volgeling van Mohammed schijnt het woord Salafi of Salafist te zijn. In feite zijn alle serieuze zich moslim noemende mohammdanen dus salafisten.

Ik noem hen mohammedanen. Zij noemen zich ‘ware gelovigen’, moslims, ik doe dat niet. Dat doe ik pas als zij ons en alle andere religieuze en spirituele mensen ook ‘ware gelovigen’ noemen zonder dat wij ons bekeert hebben tot hun mohammedanisme. Maar, zou gelijkwaardigheid en wederkerigheid ooit in het mohammedaanse denken een plaats kunnen krijgen?

In 2016 verscheen er een artikel op 'Veren of lood' onder dezelfde titel geschreven door Willem Seepma. Een heel goed artikel. Op een heel andere manier beschreven, meer politiek geëngageerd. Zeer aangeraden: http://verenoflood.nu/whats-a-name/

Reacties

Populaire posts van deze blog

De onwerkelijkheid van het waarneembare en De onwaarneembaarheid van het werkelijke.*

Dit artikel is bedoeld de aandacht te vestigen op de moderne renaissance van het metafysisch idealisme, de opvatting dat de werkelijkheid in essentie geestelijk is. Tevens als een oproep om te onderzoeken of een vergelijkende studie, uitwisseling en wederzijdse kritiek tussen esoterie en analytisch idealisme mogelijk is en wellicht zinvol is. Dit is een bescheiden eerste poging. Ad Rek De stelling in de titel opent de vraag en suggereert tevens dat onze werkelijkheid illusoir is en er een ‘echte’ werkelijkheid bestaat die we niet kunnen waarnemen. Hoe kun je het over een onwaarneembare werkelijkheid hebben. Die kun je toch niet waarnemen? Sla je dan niet aan het fantaseren, ga je niet juist dan jezelf iets illusoirs en onwerkelijks voorstellen? Dat kan je toch niet serieus nemen, behalve als sprookje, sciencefiction, fantasie of godsdienst? Om werkelijkheid van onwerkelijkheid te onderscheiden zijn we aangewezen op waarneming en het verwerken van die waarneming. Waarne

Cursus Analytisch Idealisme en Esoterische filosofie

Een cursus aan de hand van 11 video’s door Bernardo Kastrup De fysisch/materialistische wetenschap is een grens gepasseerd. Vooral door de quantum (deeltjes) fysica is het voorbij de grens gegaan van wat men materie noemde. Echter dat wat voorbij die grens werd gevonden werd (en wordt) nog steeds benoemd en geduid zoals men dat in het materialistische denken gewend was. Er worden nog steeds benamingen uit de materialistisch wetenschappelijke begrippenkader gebruikt. Bijvoorbeeld wordt het woord deeltje gegeven aan iets dat geen deeltje meer is. Wat betreft het woord golfje blijkt men niet echt uit te kunnen leggen wat er golft. Men zou zichzelf rekenschap kunnen geven van wat er ontdekt is en er de consequenties uit kunnen trekken. Men zou denken en visie kunnen herzien en aanpassen. Dat zou een hele omwenteling van onze visie op de realiteit en de wereld betekenen. Zo’n alternatieve visie kennen we uit niet-westerse culturen maar ook uit westers idealisme en mystiek. Blijven w

Esoterische Filosofie en Analytisch Idealisme

Esoterische filosofie is in het westen in meerdere bewegingen te vinden. In dit artikel kijken we naar het relatief moderne werk van H.P. Blavatsky. We pogen een vergelijking, kritiek en uitwisseling tussen esoterische filosofie en het moderne Analytisch Idealisme in gang te zetten. Hoe vruchtbaar zou een uitwisseling kunnen zijn? Het werk van H.P. Blavatsky (hierna HPB) kan gezien worden zien als een relatief moderne uiting van de esoterische filosofie. In dit artikel gaan we proberen om overlappende aspecten van esoterische filosofie en analytisch idealisme aan te wijzen. Bernardo Kastrup’s (hierna BK) schrijft in zijn boek Brief Peeks Beyond over eenzelfde missie als die van HPB in haar tijd. Bk zegt het op blz 148, meer specifiek op onze tijd gericht zo: "Wanneer de economisch succesvolle en intellectueel invloedrijke elite - een kleine minderheid van de populatie - niet langer in staat is dat succes en die invloed te ontlenen aan het materialisme, zal het paradigm